Hertshoorn of Takbok varing

Hertshoorn kennen we in Nederland als kamerplant. Je denkt niet direct aan een varen, maar Hertshoornvaren behoort tot de Polypodiaceae, een varenfamilie (Eikvarenfamilie). De botanische naam is Platycerium bifurcatum.

Hertshoorn is een epifyt, een organisme dat op planten groeit zonder parasiet te zijn, want een epifyt onttrekt geen voedsel aan de gastheer. Op plaatsen waar Hertshoorn in de natuur voorkomt is de gastheer meestal een dikke tak of de stam van een boom.

Tijdens een verblijf in Stellenbosch (ZA) en een bezoek aan de Botanische tuin (14 januari 2008) was een in het oog springende gewaarwording een aantal grote Hertshoornvarens tegen de dikke stam en op dikke takken van een oude boom.

Hertshoornvaren heeft twee soorten bladeren: steriele en fertiele. De steriele nis- of mantelbladeren zijn breed en rond en zorgen voor houvast aan de boom voor de afhangende fertiele bladeren. Ze liggen vaak dakpansgewijs over de tak waarop de varen groeit. Deze steriele bladeren rotten langzaam weg en vormen zo humus waaruit de wortels van de varen voedsel halen. Aan de onderkant van de lange fertiele bladeren bevinden zich de sporen.  Deze bladeren zijn ingesneden en geweivormig (vandaar de naam Hertshoorn). [1]

In het Afrikaans is de naam voor Plartycerium bifurcatum: Takbok varing

Een uitleg over de groeiwijze was geplaatst bij de boom waarop de Takbok varing groeit:

Verwijzingen

[1] NL Wikipedia – Platycerium

Australian National Botanic Gardens – Platycerium bifurcatum