Kaapse waterlelie
Kaapse waterlelie is geen waterlelie, en heeft er in systematisch opzicht niets mee te maken. Het is een uit het zuiden van Afrika afkomstige 'kortedagplant' die in de winter bloeit (in Nederland soms ook) en naar vanille ruikt.
- Familie: Aponogetonaceae
- Bloeitijd: april – mei; soms ook in het najaar of in een zachte winter
- Bloem is (in het begin) Y-vormig, wit (met bruine meeldraden)
- Blad: langgesteelde groene, soms groen-bruine bladeren, ovaal tot smal langwerpig; leerachtig
De oorsprong van de wetenschappelijke naam Aponogeton is wat onduidelijk. Mogelijk komt het van de woorden aponos (gemakkelijk) en geiton (buur), wegens de gemakkelijke bestuiving door naburige bloemen. Een andere verklaring zou zijn dat er verwezen wordt naar de Romeinse kuurbron Aquae Aponi. Waarschijnlijker is echter dat het een anagram is van de genusnaam Potamogeton. Distachyos betekent ’twee-arig’ en verwijst naar de stand van de bloemen.
De twee-arige Y-vormige bloem zie je enigszins op onderstaande foto (klik om te vergroten):
Naast de gebruikelijke namen Kaapse waterlelie en Wateraar gebruikt men in het Nederlandse taalgebied soms ook wel Waterkaars. Andere gebruikte namen zijn Wateruitje, Kaaps vijverkruid of Kaaps vijverblad. In het Afrikaans wordt de plant Waterblommetjie genoemd.
Kaapse Waterlelie is afkomstig uit Zuid-Afrika en bloeit in april – mei, en soms maanden langer, met witte ruikende bloemen met een vanille geur (ook wel op meidoorn lijkende geur). Soms bloeien ze ook wel eens tijdens de winterperiode (bij zacht weer). Deze onderwaterplant mag volgens liefhebbers in geen enkele vijver ontbreken.
De bloem
De gesteelde bloemaar maakt twee opvallende assen die tot 6 cm lang worden en 5 tot 10, in twee rijen staande bloemen dragen. Elke bloem maakt één kroonblad, 8 tot 16 stuifmeeldraden die door hun zwartpaarse kleur opvallend contrasteren en 2 tot 6 vruchtbladeren met elk ongeveer 4 vruchtbeginsels. De witte bloemen staan op lange stelen die net boven het water uitsteken. Opvallend is de merkwaardige Y-vorm van de bloemen. Later verbloeien ze naar groen en gaan omkrullen, zodat de gevormde vruchten verder onder water worden gevormd.
(klik voor vergroting)
De bruine puntjes in de bloemen zijn de meeldraden. De planten trekken zich onderwater terug als het kouder wordt, maar komen al vroeg in het voorjaar met hun langwerpige drijvende bladeren en bloemen boven water.
Het blad
De bladkleur is frisgroen met donkere, bruine vlekken. Het is een betrekkelijk winterharde, drijvende waterplant met langgesteelde groene of groen-bruine bladeren die ovaal tot smal langwerpig zijn en leerachtig. De bladeren groeien gedeeltelijk onder water (zuurstofleverancier) en voor een groot deel drijven ze op het wateroppervlak.
Op de foto hierboven (klik voor vergroting) zie je een paar kenmerken geïllustreerd:
- veel blad van de Kaapse waterlelie en van een echte waterlelie (Nymphea).
- Links onder zie je hoe de volgroeide bloemen naar groen verkleuren.
- In het midden zie je hoe krachtig een bloemstengel wel zo’n 15 cm. boven het wateroppervlak kan uitsteken, terwijl andere bloemen op het oppervlak drijven.
Waar in de vijver?
De plant kan op een diepte van 30 to 60 cm geplant worden. Een diepte van 50 cm. lijkt prima in het Nederlandse klimaat, zo blijft hij onder het vorstniveau maar ontvangt toch voldoende licht. Een mengsel van klei met laagveen is geschikt als plantsubstraat. Een zonnige standplaats bevordert de vorming van de wasachtige bloemen. Kaapse waterlelie verdraagt schaduw, volgens sommigen heeft dit zelfs de voorkeur (het werd ook niet voor niets ‘kortedagplant’ genoemd). Plant de Kaapse waterlelie niet te dicht bij waterlelies want hij gaat ze anders verstikken.