Etymologie van het woord Tobago
Dat ‘Tobago’ afkomstig is van ‘Tabaco’ staat wel vast. Maar hoe kwamen de Spanjaarden aan ‘Tabaco’ als naam voor het eiland? Verwees dat naar de tabaksplant, of naar een Y-vormige pijp die de Taíno indianen gebruikten om tabak of hallucinerende kruiden mee te roken? Of gewoon omdat ’tabaco’ voor de Spanjaarden ‘sigaar’ betekende, en de vorm van het eiland daaraan deed denken? Voor deze laatste verklaring bestaat steun uit onverwachte hoek.
De oorspronkelijke naam was Tabaco
Wanneer komen we een vorm van Tobago tegen?
- 1511, 1512: Tavaco (in Spaanse documenten);
- 1529: Tavacho (op een Spaanse wereldkaart);
- 1533, ca 1545, ca 1560: Tabaco (Spaans);
- ca 1540: Tabago (op een Spaanse kaart van de Golf van Mexico en de Caribe);
- ca 1569: Tavago (in Spaanse documenten, en eind 16e eeuw ook in Engelse documenten);
- 17e en 18e eeuw en halverwege 17e eeuw:: Tabaco, Tabago;
- 1642, 1646: Tobago, Tubaguo;
- tot ruim in de 18e eeuw gebruikten de Nederlanders Tabaco en Tabago;
- Halverwege 17e eeuw: Tabuco, Tabac (Frans);
- Tot recentelijk spraken de Fransen en Spanjaarden van Tabago;
- De oorspronkelijke naam was zonder twijfel Tabaco (SP); = tabak (NL); Engelse klinkerverandering A – O (Tabaco – Tobacco) is overigens verwant met het Oud-Nederlandse woord Toebak (= tabak)
De oorsprong van het Spaanse ‘Tabaco’ is vaak verkeerd geïnterpreteerd
De Spanjaarden zijn Tabaco niet gaan gebruiken als verwijzing naar de tabaksplant die zij leerden kennen van de Taíno-indianen. Want in het Taíno werd met tabaco niet de tabaksplant aangeduid.
De tabaksplant (Nicotiana rustica en N. tabacum) is een inheemse cultivar uit tropisch Amerika die de Spanjaarden als eerste Europeanen pas leerden kennen via Columbus’ reizen naar West-Indië. Vaak is verondersteld dat met de kennismaking met de tabaksplant de Spanjaarden de term Tabaco overnamen als leenwoord uit het Taíno, the Arawak-taal van de zo genoemde ‘contact-periode’ van de Amerindians van de Antillen. Dit is een verkeerde veronderstelling, want de Taíno-indianen gebruikten de term Tabaco niet voor de tabaksplant maar voor een pijp met een Y-vorm voor het door de neusgaten inhaleren van tabaksrook, wat weer wordt tegengesproken door Las Casas (1520-1561, [1957-1961]) die beweerde dat het buisvormige instrument gebruikt werd voor het opsnuiven van hallucinerende poeders bij oogst-rituelen.
Las Casas beweerde bovendien dat in zijn tijd het woord Tabaco gebruikt werd voor de lange buisvormige sigaren van gerolde tabaksbladeren die de Taíno shamans rookten ter genezing en voor ontspanning. Het is bovendien goed mogelijk dat de Spanjaarden het woord Tabaco helemaal niet van de Taíno-indianen overnamen, want vroeg in de 15e eeuw (volgens Corominas (1976) al rond 1410, dus lang voor de ontdekking van de Amerika’s) bestond in het Spaans en het Italiaans al het als Tabaco klinkende woord, in gedocumenteerde bronnen gespeld als tabaca, tabauco en atabaca. Van dit woord wordt algemeen aangenomen dat het afkomstig is van het middeleeuwse (Corominas, 1974: negende eeuw) Arabische woord voor bepaalde medicinale kruiden die ofwel euforie ofwel slaperigheid veroorzaakten: tabbâq of tubbaq. Het is waarschijnlijk, aldus Corominas (1957, 1974), dat de Spanjaarden dit Europese woord gebruikten voor de tabaksplant uit Amerika, omdat ze gezien hadden dat de indianen die plant gebruikten om dronken te worden. Dit suggereert dat de Spanjaarden niet een leenwoord uit het Taíno gebruikten (waarin het bovendien niet de tabaksplant aanduidde maar de buisvormige pijp), maar een bestaande term uit de Oude Wereld.
Tabaco = een in tabaksbladeren gerolde sigaar
Wat de oorsprong van Tabaco ook moge zijn, de Spanjaarden gebruikten vroeg in de 16e eeuw al het woord Tabaco voor de in tabaksbladeren gerolde sigaren. In die tijd (1512, toen de meeste Taíno al dood waren) herinnerde men zich de oorsprong van het woord Tabaco waarschijnlijk al niet meer. Bij het zoeken naar de etymologie van het woord Tobago moet met de ingewikkelde geschiedenis van het woord Tabaco rekening worden gehouden. Het waren de Spanjaarden, en niet de Amirindians (de indianenvolkeren van Amerika), die de naam aan het eiland hebben gegeven, wat ook blijkt uit het feit dat de oorspronkelijke volkeren van de Antillen, Trinidad, Tobago en het Zuid-Amerikaanse vasteland totaal andere namen voor het eiland Tobago gebruikten: Urupaina en Aloubaéra (waarover hieronder meer wordt toegelicht).
Velen hebben tot recentelijk de misvatting versterkt door te stellen dat het woord tabaco (= tabak, sigaar) afkomstig was van de naam van het eiland
Halverwege de 16e eeuw waren de naam van het eiland Tobago en de tabaksplant zo sterk aan elkaar verbonden dat de natuurkundige Monardes in 1577 meende dat het Spaanse woord tabaco (= tabak, sigaar) afkomstig was van de naam van het eiland. Latere schrijvers hebben deze misvatting versterkt door te beweren dat de Spanjaarden de cultivering van de tabak(splant) geleerd hadden van de Carib-Indianen die ten tijde van de ontdekkingen op Tobago leefden. Dat deze veronderstelling, die tot in recente tijden (1820, 1971) hardnekkig de kop op stak, foutief is blijkt ook uit het feit dat de oorspronkelijke Amirindians heel andere namen gebruikten voor de tabakplant: de Kalina (Caribs) en de Lokono (Arawaks) van het vasteland van Zuid-Amerika en van Trinidad gebruikten respectievelijk de woorden Taman (Tamun) en Ióri (Iuri), terwijl de Kalinago (de eiland-Caribs) het woord Ioúli gebruikten, dat verwant is aan het genoemde Arawak-woord Ióri (Iuri). Ook een andere verklaring voor de naam Tobago is foutief, maar veelvuldig (1774, 1807-1812, 1836, 1934, 1970, 1987-1995) geopperd: dat de naam verwijst naar de Y-vormige snuifpijp van de Taíno-indianen (door Oviedo foutief Tabaco genoemd – zie hierboven), omdat de vorm van het eiland daaraan zou herinneren. De vorm van het eiland maakt deze verklaring evident foutief.
Maar de etymologie van Tobago kan wel degelijk met de vorm van het eiland te maken hebben; want een meer bevredigende verklaring voor de naam van het eiland is te vinden in de vorm van het eiland:
Gezien vanaf de Oceaan lijkt de vorm van Tobago op de lange dikke Taíno-sigaar die door de Spanjaarden Tabaco genoemd werd, een woord dat immers al bekend was (tabaca, tabauco, atabaca) en gebruikt werd en van het middeleeuws Arabische tabbâq of tubbaq was afgeleid (Corominas, 1954, 1976). Deze gelijkenis met een sigaar wordt ingegeven door de contouren van het eiland die vanaf het zeeniveau in het zuidwesten geleidelijk steigen tot een vrijwel aaneengesloten vorm van het bergachtige gebied van de hoogstgelegen centrale en noordoostelijke delen, om vervolgens abrubt en bijna vertikaal in zee te dalen in het uiterste noordoosten. De donkerbruine bergwanden van sommige stukken van het eiland kunnen ook aan de gelijkenis met de sigaar hebben bijgedragen.
Ondersteuning voor deze theorie: ook Indianen-volkeren gaven aan Tobago een naam die ingegeven werd door vormgelijkenis, in dit geval met een slang:
- Carib-indianen: Urupaina
- Kalina-indianen: Beléuera of Beréuera
De veronderstelling dat de vorm van het eiland voor de naam van het eiland heeft gezorgd vindt steun bij het feit dat de Amirindians van Tobago en van de naburige eilanden andere namen voor het eiland gebruikten. Twee daarvan worden hier toegelicht:
- rond 1620 merkte de Spaanse schrijver Vázquez de Espinosa op dat “Tobago in de Indiaanse taal Urupaina genoemd wordt, dat ‘grote slang’ betekent”. Hij merkte ook op dat het eiland bewoond werd door Carib-indianen. Halverwege de 17e eeuw is ook genoteerd dat Tobago bewoond werd door Amirindians die tot de Cariban-sprekende Kalina-indianen behoorden (Caribs die daarvóór in het Noorden van Trinidad leefden). Dit suggereert dat Urupaina een Cariban-woord is, en als zodanig verwant is aan Oruape, een term die in 1789 gedocumenteerd is als het Kalina-woord voor ‘grote lange slang’. Zo kan verondersteld worden dat ook de Kalina-indianen, net als de Spanjaarden, getroffen waren door de typische contouren van het eiland die hen deden denken aan de grote zeeslang die in het Caribisch gebied voorkomt.
- de Franse missionaris Raymond Breton deed zijn werk bij de Kalinago (eiland-Caribs) halverwege de 17e eeuw. Breton merkt op dat Tobago door de Kalinago Aloubaéra genoemd werd, maar geeft daarvoor geen verklaring. Boomer (2000) heeft wel een verklaring: Aloubaéra kan verwant zijn aan Beléuera of Beréuera, de Kalinago-naam voor een West-Indische slang (Melongena melongena), een eetbare zeeslang die in mangroven in het hele Caribische gebied voorkomt. Dit woord lijkt een samenstelling te zijn van Béle (zacht, plakkerig, kleverig) en Euera (gereedschap, penis), waarmee verwezen wordt naar dit beest. Daarmee is de etymologie van het Kalinago-woord voor Tobago opvallend gelijkend aan de etymologie van het woord Urupaina.
De veronderstelling is plausibel: de naam Tobago (via ‘Tabaco’) is aan het eiland gegeven omdat de vorm ervan aan een sigaar deed denken, en niet omdat de Taino indianen het woord ‘Tabaco’ gebruikten.
Bronnen
- Boomert, A. (2000). Trinidad, Tobago and the Lower Orinoco Interaction sphere. Cairi Publications, Alkmaar.
- Boomert, A. (2001). Names for Tobago. Journal de la Société des Américanistes, 87, 339-349. (digitale versie, geraadpleegd 23 januari 2010, op http://jsa.revues.org/document1856.html
- Breton, Père Raymond, (1900). Dictionaire Français-Caraibe. Platzmann: Leipzig [first publ. Auxerre 1666].
- Corominas J. (1954). Diccionario crítico etimológico de la lengua Castellana. Gredos: Madrid.
- Corominas J. (1976). Breve Diccionario etimológico de la lengua Castellana. 4 vols, Francke: Bern.
- Las Casas, Bartolomé de, (1957-1961). Historia de las Indias. J. Pérez de Tudela Bueso (ed.), 2 vols, Biblioteca de Autores Españoles, 95-96, Madrid [orig. written 1520-1561].